Opdrachten

Voor Else geldt een scheiding tussen het maken van vrij werk en een opdracht. Natuurlijk, zij heeft haar eigen beeldende stijl ontwikkeld en uit dit in een eigen handschrift. Dus elk werk zal een herkenbare herkomst van haar hand hebben. Maar daarmee houdt de overeenkomst op.
Het wezenlijke verschil zit in ‘het verhaal’ wat wordt verteld. In het vrije werk vertelt zij haar eigen verhaal en zoekt daar de beelden middelen bij, de daarbij passende beeldtaal.
In een opdracht van en voor een organisatie of particulier gaat het om het verhaal van de opdrachtgever. Niets meer en niets minder. Datgene wat hij of zij tot uitdrukking gebracht wil hebben, is wat Else vertaalt in kleuren en vormen. Als zij een opdracht aanneemt, begint haar werk met het interviewen van de opdrachtgevers. Zij vraagt net zo lang door tot zij een helder beeld heeft van wat er verbeeld moet worden en waarvoor het dient.
Is het bijvoorbeeld een afscheidscadeau van het College van Burgemeester en Wethouders en Gemeenteraad voor een vertrekkende burgemeester, dan gaat het over dat wat deze burgemeester gedurende zijn ambtsperiode in die gemeente tot stand heeft gebracht, welke betekenis hij/zij voor die gemeente heeft.
Maar als een jong stel komt wat bij gelegenheid van hun huwelijk elkaar een bijzonder cadeau wil geven, dan kan het zomaar zijn dat er een tweeluik ontstaat, twee afzonderlijke schilderijen die samen één compositie vormen en niet zonder elkaar kunnen.
In de afgelopen jaren is het één keer voorgekomen dat Else een opdracht niet heeft aangenomen. Dat was het verzoek om bij de oudroze gordijnen een schilderij met roze tulpen te maken. Deze mensen heeft zij naar collega’s verwezen.
Maar alle andere keren is zij er in overleg met de opdrachtgevers in geslaagd om hun verhalen precies te vertalen.
Deze opdrachten variëren van een ontwerp voor kerstkaarten, via een boekomslag en illustraties bij een abstract verhaal tot relatiegeschenken en cadeaus bij bijzondere gelegenheden.
 
Voorbeeld van een opdracht
In het voorjaar van 2011 kwamen de directeur en een medewerkster van Oost-Flevoland Woondiensten uit Dronten bij haar met een tweeledig verzoek: maak een bijzonder ontwerp voor de kerstgroet en datzelfde ontwerp moet worden uitgewerkt in een prent die als kerstcadeau en als relatiegeschenk kan worden weggegeven. In hun organisatie is het namelijk traditie dat alle personeelsleden de keuze hebben om ofwel te kiezen voor een kerstpakket, of voor een kunstwerkje. Ieder jaar wordt een andere kunstenaar hiervoor gevraagd.
In 1999 was haar al eens eerder dezelfde opdracht gegeven. Toen had zij een collage geschilderd wat voor de kerstkaart had gediend en in diezelfde stijl had zij een ets gemaakt als cadeau.
 
Hoe heeft zij het nu aangepakt? Een interview.
Hoe vond je het dat je opnieuw werd gevraagd voor deze dubbele opdracht?
Het overrompelde me. Ik voelde me oprecht vereerd. Blijkbaar was de opdracht uit 1999 goed gevallen. Soms voel ik me verlegen worden. Dit was zo’n moment.
Waren er restricties waarbinnen je moest werken?
Ja, maar niet hinderlijk. Allereerst moet je altijd binnen een budget blijven. Vorige keer had ik de etsen in een passe-partout geleverd. Dat bleek niet bij alle ontvangers goed te zijn gevallen. Die werden immers genoodzaakt om er zelf nog een lijst er bij te kopen. Dus nu zijn we gaan terugrekenen. De kosten van de lijsten bepaalden de grootte van de prent. De tweede restrictie is uiteraard het verhaal dat tot uitdrukking moet worden gebracht. Oost-Flevoland Woondiensten (OFW) onderscheidt zich door haar beleid duurzaam te ondernemen. Zij heeft met deze attitude meerdere landelijke prijzen in de wacht gesleept. Dus vond ik het logisch dat zij graag het duurzame ondernemen uitdragen. Aan mij het verzoek om dat in mijn prent tot uitdrukking te brengen.
Is dat niet vreselijk lastig? Hoe geef je dat weer?
Ja, dat was ook niet makkelijk. Natuurlijk, eerst keek ik op Google naar ‘Afbeeldingen’ bij ‘Duurzaam ondernemen’. Daar kwam ik niet verder mee. Met windmolens en elektrische auto’s hebben zij niets te maken. Vervolgens ben ik gaan zoeken in gedichten. Dat is altijd mijn tweede inspiratiebron. Maar ook hier liep ik vast. Evenals in het grasduinen in de mythologie en bij filosofen. Ik heb veel tijd nodig gehad om te bedenken wat ik wilde gaan maken.
De ‘klik’ kwam bij toeval. De gemeente Dronten deelde nieuwe plattegronden uit. Ik zag hierop de drie dorpen (Dronten, Biddinghuizen en Swifterbant) als plattegrond afgebeeld en viel mijn kwartje. OFW is actief binnen de gemeente Dronten en concreet alleen in deze drie dorpen. De plattegrondvormen zijn daar een verbeelding van.
Ik zag ook meteen voor me dat ik deze plattegronden in reliëf moest uitwerken. Daar is de nieuwe techniek Collagraph zeer geschikt voor. Het is ontwikkeld in Amerika en Engeland door kunstenaars die op zoek zijn naar methoden die minder belastend zijn voor het milieu en de gezondheid. Daar houd ik me al jaren mee bezig. Ook het etsen heb ik kunnen aanpassen, dankzij ontwikkelingen die momenteel wereldwijd plaatsvinden. Via internet en een vakvereniging heb ik daarvan kennis kunnen nemen en probeer ik zoveel mogelijk in mijn eigen werk toe te passen. Op deze wijze probeer ook ik duurzaam bezig te zijn.
 
In mijn opzet voor de prent heb ik de geografische afstand tussen de dorpen verkleind. OFW brengt mensen tot elkaar en is in alle drie de dorpen even actief. Dat weet ik uit eigen
ervaring uit de tijd dat ik in Biddinghuizen in een huis van hen woonde.
OFW is stevig geworteld in de Drontense samenleving. Dat geef ik weer met het bruine vlak. Zij is kleurrijke, energieke en veelzijdige organisatie. Dat betekent veel kleuren. En vooral: er waait een groene wind door de gemeente, een duurzame wind.
Met dit schetsje ging ik in de zomer terug naar OFW met de vraag of dit was wat zij wilden. Zo ja, dan kon ik aan de uitwerking gaan denken.

En, wat vonden ze er van?
Tot mijn opluchting was het akkoord. Ik bewonder het voorstellingsvermogen van de mensen bij OFW om op basis van zo’n geschetst niemendalletje het vertrouwen te hebben dat het in de uiteindelijke grafische uitwerking een goed kunstwerk zal worden. Juist om dat vertrouwen niet te beschamen heb ik dan de behoefte er nog eens extra voor te gaan en er een echt goed werk van te maken.
Hoe heb je de uitwerking aangepakt?
Mijn vertrekpunt waren de plattegronden van de drie dorpen van Dronten. Die heb ik in spiegelbeeld uit dun berkentriplex uitgezaagd en op een plaatje aluminium geplakt. In die houten vormpjes heb ik met een guts het stratenplan uitgestoken. Uiteraard ook dit in spiegelbeeld. Met tegellijm en een paletmesje heb ik een structuur op het triplex aangebracht en dat geheel afgelakt om tijdens het drukken de inkt niet te diep in de drukvorm te laten intrekken. Zonder inkt afgedrukt zie je alleen het reliëf. Uiteindelijk heb ik toch de plattegrondjes heel licht met grijze inkt afgedrukt. 
De grenzen van de gemeente Dronten lopen om de drie dorpen heen. Ik heb op Google Earth de gemeentegrenzen opgezocht en met de muis gevolgd. Om de zoveel afstand heb ik de coördinaten genoteerd en die onder elkaar getypt. Die heb ik middels een ander nieuwe druktechniek, afgeleid van de steendruktechniek, als litho met zilveren inkt op mooi drukpapier gedrukt. Dit papier bestaat uitsluitend uit katoenvezels. Daardoor krijg je als je met inkten op lijnoliebasis gaat drukken, een prachtige fluwelige huid.
De ‘groene wind’ heb ik eerst met Oost-Indische inkt op tekenpapier geschilderd, net zo vaak tot ik een mooie bocht had. De streek van de oorspronkelijke schets vond ik achteraf te simpel. De mooiste ‘wind’ heb ik op de computer gescand en ‘hapjes’ uit weggelaten waarin later de plattegronden moeten gaan passen. Ook deze laag is als een litho gedrukt, in groen en geel, als tweede laag over de zilveren coördinaten.


Daarna ben ik de drie etsplaten gaan maken. Deze bestaan uit een plaat met de bruine en blauwe kleur, een kleine plaat met het lichte geel in de bocht van de ‘groene wind’ en de rode streep en uit een plaat voor de zwarte inkt die over het bruin en blauw moest worden gedrukt. In twee lagen (de platen met kleuren konden naast elkaar liggen tijdens het drukken) is de ets er bij gedrukt.

Tenslotte kon ik als vijfde drukgang de collagraph-plaat, die met de drie plattegrondjes, gaan drukken. Altijd moet de collagraph als laatste. Daarin breng je de reliëflaag aan. Als je na het drukken van een reliëf nog eens een andere laag zou gaan drukken, pers je het reliëf weer plat.
Uiteindelijk heb ik deze prent in een oplage van 75 gedrukt en ingelijst. Omdat het reliëf zo diep is, is er niet alleen een passe-partout aan de voorkant nodig, ook onder de prent zit er een. Zonder extra ruimte aan de achterkant lukte het niet om de prent mooi strak in te lijsten.
Hoe kijk je terug op deze opdracht?
Met veel genoegen. Het resultaat vind ik prachtig. Ik hoop van
harte dat alle ontvangers er net zo blij mee zijn.
Maar ook kijk ik met voldoening terug op het proces. De mensen
bij OFW verstaan de kunst van het goede opdrachtgeverschap.
Ik bedoel daarmee dat ze hun opdracht helder konden
verwoorden en tegelijkertijd open stonden voor ideeën waar ik
mee kwam. Deze prent hebben wij in opzet samen gemaakt.
En daarmee is het ook hun cadeau geworden. Zij moeten het
immers met trots uit handen willen en kunnen geven. Dat is wat ik wilde en voor zover ik kan beoordelen, is dit hier prima gelukt.
 

 

home

etsen

collagraph

combinaties van technieken

grafische technieken

schilderijen

opdrachten

cursussen

cv

motivatie

agenda

links

contact